Skip to main content

HET RAADHUIS KAN ZE NIET BERGEN - DEEL 3

"Een rustig dorpje? Nee, in de tijd van de gemeenteraadsverkiezingen staan de mensen er recht tegenover elkaar! Dat is Bergen, een van de zes kerkdorpen die samen de gemeente Bergen vormen."
Zo luidt de tekst die Paul Breekveldt schreef vóór de gemeenteraadsverkiezingen van 1966, en te lezen was in tijdschrift De Spiegel. Ronald Sweering maakte de foto's.

Tot aan de raadsverkiezingen van 16 maart 2022 lees je op deze site een feuilleton over de gebeurtenissen in 1966 waarin ieder vocht voor zich, en hoe!

DEEL 3

Wie op de glibberige wegen van de Bergense gemeentepolitiek ook maar enigszins thuis is, weet dat er geen fellere na-ijver heerst dan tussen nummer een en nummer drie van de lijst Koppers. Nummer een van de meeste andere lijsten noemen de „meester" een geacht man, wat opvliegend en op zijn eer staand, maar toch iemand van wie ze in de raad een goede invloed verwachten.

P. Cornelissen
Maar de heer Cornelissen, na 43 jaar in de raad nog steeds vechtlustig, is minder te spreken over zijn lijsttrekker. „Waarom bent u dan samen met hem op die lijst blijven staan?"
„Kijk, dat zit zo. We hadden een vergadering van de middenstand, en daar zou dan de lijst worden samengesteld waarmee wij van Well zouden komen. Ik was als oudste raadslid bovenaan geplaatst. Niemand zei daar wat over, maar toen aan het eind van de vergadering zei er een: Waarom moeten de zittende raadsleden eigenlijk bovenaan? En waarom altijd Cornelissen?

Er zou gestemd worden. En of dat er nu nogal veel mensen van de fanfare waren (meester Koppers is voorzitter van de fanfare), ik weet het niet ... die van mij en Jansen waren er niet, dat weet ik wel. Er werd gestemd en meester Koppers werd een en ik werd zes. Toen heb ik gezegd: dan ga ik maar naar huis. Dan kom ik wel net als vroeger met een eigen lijst. Maar later zijn ze bij me geweest, tot drie keer toe, om met me te praten. Ze hebben me met de auto van huis opgehaald. Toen heb ik erin toegestemd, derde te worden, na meester Koppers en Seelen."

„En maakt u nu nog een kans in de raad te komen?" „Ja, ik denk het wel. Well en Wellerlooi samen zijn er groot genoeg voor." „Zou u geen concurrentie hebben van de Boerenpartij, vooral omdat lijsttrekker Den Hartog uit Wellerlooi komt en zijn tweede man in Well woont?" „Nee, want we hebben met de Statenverkiezingen wel gezien dat Dan Hartog juist in zijn eigen dorp niet veel stemmen haalde. Hij is hier niet zo bekend, hij woont er nog maar pas, een jaar of vijf geloof ik ..."

Toch wordt het samengaan van de Wellse en Wellerlooise lijst in de hele gemeente gezien als het toppunt van wijsheid, als het indrukwekkend resultaat van wijs overleg. Want iedereen vindt dat er te veel, veel te veel lijsten zijn. Er zouden er heel wat af kunnen, vinden alle lijsttrekkers. Maar hun eigen lijst behoort natuurlijk tot die enkele, die strikt noodzakelijk zijn. In heel de gemeente Bergen is ook niet een raadslid of kandidaat voor die functie te vinden, die niet van mening is dat hij er voor de hele gemeente Is. Een mooi standpunt, dat echter in de praktijk niet zo erg blijkt mee te spelen.

W.Koppersb
FOTO boven: W. Koppers

Den Hartog FOTO boven: Den Hartog