Honden in natuurgebieden aan de lijn!
Hondenbezitters trekken er graag op uit met hun viervoeter. Even rennen in het bos of lekker spelen op de heide. Overal, met uitzondering van de losloopgebieden, moeten honden echter aan de lijn!
Waarom? Het antwoord ligt in het natuurlijke gedrag van de hond. Want ook al worden de meeste honden gehouden als gezelschapsdier, elke hond heeft in meer of mindere mate nog een jachtinstinct. In de natuurgebieden is het voor een hond verleidelijk om op ontdekkingstocht te gaan. Bijna alle dieren die leven in natuurgebieden zijn echter bang voor honden. De dieren schrikken op als een hond in de buurt komt, ook al doet de hond niets. Daarom is het belangrijk dat honden in natuurgebieden aangelijnd zijn.
In maart is het broedseizoen gestart, honden kunnen de broedplekken van vogels verstoren. Hierdoor wordt de
kans groter dat deze vogels hun nest verlaten waardoor eieren en jongen gemakkelijk ten prooi vallen aan
roofdieren. Groepen watervogels gebruiken waterplassen vaak als rust- en vluchtplaats. Ook hier kunnen loslopende honden de rust verstoren.
In tegenstelling tot konijnen leven hazen, net als veel andere kleine zoogdieren, uitsluitend boven de grond. Ze
hebben geen hol om in weg te kruipen. Als hazen worden achtervolgd door een hond, kunnen ze alleen maar hard wegrennen. Hebben de hazen jongen, dan kunnen ze deze na hun vlucht niet meer terugvinden.
Ook reeën raken in paniek en slaan op de vlucht, als zij opgeschrikt worden door loslopende honden. De kans is groot dat ze dan tegen een hek aan lopen of verstrikt raken in prikkeldraad. Natuurbeheerders zetten runderen, paarden en schapen in om het terrein te begrazen. Loslopende honden kunnen deze dieren gemakkelijk opjagen. Tot slot zijn ook niet alle wandelaars gecharmeerd van een loslopende hond. Ze zijn bang voor honden of vinden het gewoon hinderlijk als honden aan hun snuffelen of tegen hen opspringen.